Interview bestuur in lokale krant.

Eerder meldde deze website al, dat er n.a.v. een persstuk een interview gehouden werd met het bestuur door een journalist van “de Havenloods”, een regionale krant. Voor wie hem niet in de bus kreeg vorige week, de krant is af te halen op nr. 328a. Hieronder de volledige tekst van het krantenartikel: 

‘Voor iets meer woon je aan het Weena’ 
door Ruud Knispel 

ROTTERDAM – “Ik durf er mijn handen niet voor in het vuur te steken hoe het er hier over vijf jaar uitziet.” Sam Lensen voorzitter van de Vereniging van Eigenaren van een woningblok aan de Mathenesserdijk ziet ondanks het spreidingsbeleid geen vooruitgang. Het weren van kansarmen in achterstandswijken en het stimuleren dat kansrijken er komen wonen gebeurt in onder meer Delfshaven nu al twee jaar.

Wat Lensen betreft met een averechts effect. “Vorig jaar stond 33% procent van ons blok leeg of werd bewoond door dubieuze figuren, nu is dat al vijftig procent.” In de buurt rondom is het niet beter. Toegegeven, het oogt in de Mathenesserdijk, het gedeelte dat parallel loopt aan de Spangesekade al beter dan een paar jaar geleden. 
Verpauperde woningen zijn opgeknapt of zijn gesloopt en worden vervangen door nieuwbouw. Wie daar wil wonen moet enkele tonnen euro’s meebrengen. “Dat kun je als positief zien, maar het is de vraag in hoeverre de woningen gaan worden bewoond.” Lensen wijst op enkele door de gemeente opgeknapte woningen die al jaren leeg staan. Als goedwillend verhuurder snapt hij wel waarom. Het vinden van huurders is lastig, omdat die dus aan bepaalde eisen 
moeten voldoen, kansarmen zijn immers niet welkom. En onlangs kreeg hij een brief waarin er een controle op illegale bewoning werd aangekondigd. Dat zou een goed teken zijn, ware het niet dat aan de daadwerkelijke illegale bewoning elders in het blok niets gebeurt. Lensen: “Die illegale huurders worden er wel uitgezet, maar een dag later zitten er weer nieuwe in. Die betalen ook weer borg, dus het beleid speelt die huisjesmelkers in de kaart. En kunnen ze trouwens in hun computers niet zien dat ik hier al tien jaar woon en al tien jaar dezelfde huurder heb?”

Ook de situatie elders in de straat maakt dat Lensen wel begrijpt dat ‘kansrijken’ liever niet, zoals de gemeente graag ziet, in een kansarme buurt willen wonen, zelf weet hij ook 
niet hoe lang hij het nog volhoudt. “Moet je dat nou zien”, wijst hij 
op een ellenlange rij garages aan de overkant van de straat. “Dat is toch gewoon een getto. “Die zouden jaren geleden al moeten verhuizen naar de Spaanse Polder. Er gebeurt niets, er komen er alleen maar bij.” Rond zijn huis oogt het wel vrolijk, het perkje naast en de bloembakken voor zijn huis vol kleurig flora. Maar voor hoe lang nog. “Voor iets meer geld woon je aan het Weena en heb je die eeuwige strijd niet.”